De Heilige Lebuinus
De Engelse missionaris Lebuïnus stak in 768 de IJssel over met het oogmerk de Saksen te bekeren. Hij bouwde op een rivierduin nabij een nederzetting aan een natuurlijke haven de eerste houten kerk.
In de negende en tiende eeuw was Deventer in verband met de veroveringen van de Vikingen langs de grote rivieren lange tijd de residentie van de bisschop van Utrecht. Ook in latere eeuwen behield de kerk een belangrijke status binnen het bisdom. De bisschop had een residentie pal ten noorden van de kerk.
Bisschop Balderik bouwde in de tiende eeuw ter plaatse de eerste kerk van steen. In 1040 gaf bisschop Bernold opdracht voor de bouw van een grote romaanse basiliek. Aan de kerk was een zelfstandig kapittel met een eigen proosdij verbonden en twintig kanunniken. In 1235 en 1334 werd deze Maria- en Lebuinusbasiliek door brand verwoest.
Over het gebouw
De huidige kerk, een gotische hallenkerk, kwam tot stand tussen 1450 en 1525. Ze was rijk versierd met muurschilderingen en stond vol heiligenbeelden en altaren. Aan deze katholieke praal kwam een einde toen in 1580 de calvinisten de kerk in bezit namen en haar omdoopten tot Grote Kerk. Het interieur werd ernstig vernield en ten slotte witgepleisterd. In de kerk zijn nog op verschillende plaatsen de gevolgen van de calvinistische beeldenstorm zichtbaar.
Ontdek meer geheimen en verhalen over de kerk in onze nieuwe audiotour in de izi.travel app.